Het is donderdag, de dag voordat de as van mijn oom en tante verstrooid gaat worden. Omdat ik dit begeleid, zet ik de spullen alvast in mijn auto. Een gaaskist met daarop de naam van zijn bloembollenbedrijf en gevuld met tulpenblaadjes. Het graafje waarmee hij vroeger de bollen omhoog wipte. Twee oude bollenkisten mee, als statief voor de windlichten. En als laatste zet ik er voorzichtig de mini-urnen van blauw geblazen glas bij. Mijn tante had namelijk veel sier van blauw glas in huis.
Terug in huis verzamel ik de andere spullen. Ik maak een playlist met prachtige fanfaremuziek. Omdat oom jarenlang tambour-maître bij de fanfare was.
Ook hun beide urnen zet ik klaar. Deze had ik als nichtje al een tijdje in bewaring. Oom en tante waren broer en zus. Zij woonden bij en zorgden voor elkaar. Jaar na jaar zijn zij overleden. De één op de gezegende leeftijd van 86 en de ander was 87 jaar. Het meest frappant is dat ik vanmorgen nog een urn heb opgehaald. Van een andere tante, ook een zus van hen en maar liefst 93 jaar geworden! Haar urn zet ik bij de andere twee.
Daar staan ze dan: broer, zus en zus. Voor één dag alle drie weer bij elkaar. Want morgen worden er twee van de drie urnen uitgestrooid. Ik vind het echt bijzonder. Het is alsof ze heel dicht bij mij zijn. Het maakt dat ik er een tijdje naar blijf staren. Wat zijn ze alle drie geweldig oud geworden. Ik voel mij er kwetsbaar en gek genoeg ook sterk door.
Op de ochtend van de asverstrooiing is het prachtig weer. We lopen op het erf waar wijlen mijn oom en tante lange tijd hebben gewoond. Het verstrooien van de as gebeurt daar (met dank aan de huidige bewoners!). Ik wacht tot de nog in leven zijnde broers en schoonzussen om mij heen staan. Ook zij zijn allen op zeer hoge leeftijd.
Na bijzondere woorden en een treffend gedicht is het moment daar. Terwijl op de achtergrond fanfareklanken spelen, ben ik getuige van de zorgzaamheid waarmee zij met het graafje de initialen van oom en tante uitspitten. Ik zie hun emoties wanneer zij om beurten de as verstrooien. En ervaar hoe liefdevol zij de grond weer dichten en bedekken met tulpenblaadjes. Opnieuw in de vorm van hun initialen.
Even later schuifelen de oudjes samen naar de koffie. Ieder met een blauwe glazen urnsteen in hun hand. Ze zijn stil. Oudjes door oudjes. Ik aanschouw hen en koester het moment. Zo sterk en kwetsbaar tegelijk…